Nieuwsbrief - Seizoenstip

Rond de tijd waarop je kersenjam kunt maken, kun je ook struiken met rijpe aalbessen vinden in het bos (foto links). De struik is vooral veel verwilderd vanuit moestuinen en kwekerijen. Langs deze plekken heb je dan ook een hoge vindkans, maar ook verder hier vandaan door verspreiding door vogels. De struik is daardoor op sommige plekken (Zuid-Limburg, duinen, Veluwe) ook veel te vinden langs bosranden, en zelfs op redelijk donkere plekken midden in het bos.

De meesten zullen bes en blad wel herkennen als ze de struik ook in de tuin hebben staan. Een belangrijk kenmerk van de besjes is dat ze met ongeveer tien exemplaren los van elkaar aan trosjes groeien, die lichtgroen en tot zo'n 8 centimeter lang, buigzaam en breekbaar zijn. De bladeren zijn drie- of vijflobbig en aan de onderkant licht behaard (foto rechts).

Pluk de aalbessen simpelweg door een containertje klaar te hangen en ze met duim en wijsvinger van de trosjes af te trekken (links). Jam maken van de aalbes is erg eenvoudig, omdat je de pitjes kunt laten zitten: schenk een bodempje water in een kookpannetje. Voeg de besjes toe en kook ze vervolgens vervolgens door en door, onder af en toe roeren. Aalbessenjam zonder suiker is erg zuur, dus als je wilt en het bij je hebt, kun je op twee delen aalbessen één tot twee delen (gelei)suiker toevoegen.

Op de foto rechts hebben we de jam op stukjes meidoorn en braam 'fruitleer' gesmeerd, dat we in oktober vorig jaar hadden gemaakt. (Nieuwsgierig naar hoe je meidoorn fruitleer maakt? Het maken hiervan beschrijven we in een komende herfst seizoenstip!)